Mijn Leisure 17 komt ook in mijn boek voor :-)

Mijn Leisure 17 komt ook in mijn boek voor :-)
Boek Ik zeil in Zeeland

zaterdag 16 juli 2011

Dagje Volkerak

Er is maar één manier om (snel) je boot te leren kennen: ermee varen.
Ik heb drie weken vrij en ook al zit de laatste dagen het weer tegen, elke kans die ik krijg grijp ik. Zo ook gisteren.  Het werd een tripje naar de Krammersluizen en terug.

Optuigen, zeg maar: gereed maken, wordt stilaan een routine.  Bij mijn Laser was dat ook zo en voor mezelf is dat de beste remedie tegen vergeten.  Maar de routine was nog niet op punt, want eens buiten, toen ik het grootzeil optrok, zag ik dat ik de schoothoek nog aan de tweede reef had zitten (= laatste zeildag van de solo-vierdaagse). Gelukkig is de L17 rustig op zijn roer. Met een losgelaten helmstok en de motor in vooruit (stationair) blijft hij redelijk lang met de neus in de wind.
(Ditmaal geen geknoei aan de palen met de drukknoppen voor de steiger  ;-)  )

De Krammer was pal in de wind en het duurde makkelijk twee uur voor ik daar geraakte. Vaak moest ik ook vroegtijdig overstag voor de beroepsvaart. Helaas hebben enkele schippers van motorboten niet goed naar de reglementen gekeken, want zeker twee maal vertikten ze om uit te wijken, en ik kan op zo'n moment ook koppig zijn.  Nog geen twee meter voor mijn boeg passeren ze dan.
(Over reglementen gesproken: blijkbaar mag uw natievlag NIET gevoerd worden aan de achterstag, ik moest dus een vlaggestok fiksen...)

Het plan was om de Krammer binnen te varen, weliswaar op motor, daar aan te leggen an de steiger, wat te eten en weer terug te zeilen, maar het was daar zo'n grote drukte dat ik dat idee maar liet varen.
Ik zal wel een andere keer oefenen op aanleggen.

Op de terugweg installeerde ik mijn 'automatische piloot' nog eens. Zo kon ik eens naar voor op de neus om mijn landvast al klaar te leggen voor het binnenlopen.  Ik moet dan weerom aan de paal met de drukknop stoppen, en geknoei zoals de vorige keer wil ik niet meer hebben.

Toen de monding van De Vlije in zicht kwam draaide ik de 'Selia' in de wind en wou de motor starten... zucht, ging niet.  Nogmaals.  Weer niets. Derde maal: zwak gepruttel. Choke stond nochtans helemaal open. Misschien verzopen?  Choke dicht en weerom.  Nope.  uiteindelijk dacht ik om even op de knijper van de brandslang te drukken. Yep, dat deed het wel.  Zo'n situatie is solo net iets minder leuk, maar bon: alles verliep zonder brokken.  Gek eigenlijk, want tijdens de vierdaagse startte hij steeds vlot.

Bij het binnenlopen moest ik dus alweer aan die palen stoppen om de steiger te kunnen openen. Ditmaal had ik, net zoals in de ochtend, een landvast vooraan op de kikker belegd en langs buitenom naar achter gebracht. Dat werkt best wel.  Enige probleem nu was dat de wind met TUSSEN de palen duwde, daar waar de buitenboord motoren van andere boten uitsteken, en daar heb je nu eens niks houvast aan.
Maar het ging al bij al al vlotter.

Algemeen gezegd verliep de dag alweer netjes.
Die nacht droomde ik dat nu eens alles misliep: boten rammen bij het uitvaren, landvasten die loskomen, windstoten die de 'Selia' fel doen afdrijven bij het passeren van de oude sluis, anker dat de dieperik in gaat omdat ik het ankertouw was vergeten te beleggen...  Te gek.  Gelukkig is het niet andersom en lukt er niets, behalve in mijn dromen :D

Geen opmerkingen:

Een reactie posten