Mijn Leisure 17 komt ook in mijn boek voor :-)

Mijn Leisure 17 komt ook in mijn boek voor :-)
Boek Ik zeil in Zeeland

dinsdag 30 augustus 2011

Het marifoonbrevet...

"Het beperkt certificaat voor de radiotelefonist" bekte wat te lang om als titel te dienen...

Voorbije zaterdag was een kennis mee, en die overtuigde me als laatste om toch maar voor dat certificaat te gaan.  Het is gewoon zoveel veiliger met een marifoon aan boord, en wellicht ook handig voor bruggen en sluizen.

Op de website van het BIPT had ik de laatste handleiding gevonden, zaakje afgedukt (66blz) en beginnen leren.
Ik moet naast deze cursus nog zorgen voor een vlaggebrief, en met die brief kan ik dan een vergunning aanvragen voor een handheld.  Met mijn 5 meter scheepslengte hoef ik eigenlijk geen mrifoon aan boord te hebben, maar zoals geschreven: het is zoveel veiliger.

Op de website Marifoonbrevet kan ik intussen wat oefenen.  Zij verkopen ook de VHF-kanalenkaart, maar ik heb een kleintje gemaakt voor mezelf, om eender waar ik ben, wat te kunnen oefenen.

Nog even, en ik kan het examen aanvragen...
Intussen zal ik maar al op zoek gaan naar een marifoon want blijkbaar moet je voor je examen ook een praktisch deel kennen: kanalen kiezen, installatie van de antenne, onderhoud, soorten voeding,...

zondag 28 augustus 2011

Een ankerlicht

Volgend weekend wil ik solo naar de Grevelingen zeilen. Ik zou vrijdagavond vertrekken en naast de Mosselplaat ankeren en overnachten.  Het is vooral bedoeld als een voorloper voor het droogvallen dat ik volgend jaar wil proberen.
Ankeren overdag is nog zo moeilijk niet en een ankerbol maakt alles wettelijk in orde, maar nu wil ik 's nachts voor anker en ik heb nog geen ankerlicht.

Ik zag niet meteen een goede methode om een ankerlicht te maken en dat te koppelen aan mn batterij, dus zocht ik een andere oplossing. Die vond ik in de doe-het-zelf zaak om de hoek: een simpele tuinverlichting met een wit LEDje en een zonnecel.  Ik wou die verlichtingen kunnen hijsen zoals ik met de ankerbol zou doen (al zal ik beide tergelijkertijd hijsen).


Met wat touw maakte ik een soort mandje waar het simpele lampje in past, een betere oplaadbare batterij er in, en ik vermoed dat dit lampje het wel een 8 uur zal volhouden.

Simpel en redelijk goedkoop!

zaterdag 27 augustus 2011

"Koen, zin om een dagje uit te regenen op de Volkerak?"

"Koen, zin om een dagje te zeilen op de Volkerak?"
"Deal! Ik ben om 9.00u bij jou!"
Dat het uitregenen werd wist ik toen niet.

Om 9u30, na een lekkere tas koffie, reden we naar de jachthaven.
Na het optuig-ritueel konden we tegen 11u uitvaren. Er stond een 9 a 10 knopen wind, met vlagen tegen de 14 knopen zoiets.  Ik kopos dus voor een reefje in het grootzeil.

De eerste bui bleef niet lang uit, en die bleef ook lekker lang aanhouden. Gelukkig kon het Koen niet veel schelen.
We zeilden, zoals ik al vaker deed, naar de Krammersluis en tuften daar rond 12u30 binnen.
We kropen in de kajuit, luikje toe, en genoten van een sandwich en croissant terwijl buiten de volgende bui over trok.

De zon kwam weer piepen. We haastten ons naar buiten, Koen checkte even de buienradar, en besloten zonder jas verder te gaan. We vertrokken vanaf de steiger onder zeil, de motor bleef netjes omhoog.
Nog maar net voorbij de dam begon het weer te regenen, en hoe!
De foto's liegen er niet om.


De wind nam toe naarmate een erg donkere wolk ons zijdelings passeerde. Ik gokte op een goede 17 knopen. Koen nam de windmeter en mat de wind toen we mooi halve wind zeilden en mat... 25 knopen.
Hoeba! 25 knopen! De fok hadden we net ervoor al opgerold want de Selia ging wat te ver op één oor liggen naar mijn zin.
Het leek me beter om toch maar geen extra rakjes meer te varen en meteen binnen te zeilen.
Half- tot ruime wind stoven we richting De Vlije, met enkel het grootzeil en één reefje. Pas in het wat beschutte vaarwater deed ik de buitenboord naar beneden en tuften we naar de ligplaats.

Alweer een geslaagde zeildag, met flink wat uitdagingen en zeker één van de betere dit jaar.
Met een goed regenpak stoort zo'n regenbui eigenlijk niet eens...


Rond 15u00 zeilden we de Vlije binnen, toen stond er inderdaad 25 knopen...

dinsdag 23 augustus 2011

Vlag- en wimpel-perikelen

Ik sta soms versteld van de verschillen in wetgeving tussen België en Nederland, en al even versteld van welke reglementen er wel gelijk zijn.
Over het reglement in de kustvaart - Artikel 37 - ga ik het nog niet hebben, tenslotte ben ik nog niet zo ver dat ik de zee op ga, maar wel over de wetgeving inzake het voeren van de natievlag, de beleefdheidsvlag, en wimpels.

Ik wou Fabian van de Watersportwinkel Steenbergen een plezier doen en een wimpel van hem voeren. Een beetje reclame is nooit weg, maar blijkbaar is dat... niet toegestaan!
Hoeveel wimpels ik zie wapperen, en zelfs dag- en nacht, in de jachthaven is onvoorstelbaar, en toch: dat mag dus niet.  Geen reclamevlag voor Palm of Nivea, geen wimpel voor de watersportwinkel:
"het voeren reclamevlaggen moet tegengegaan worden, in het BPR is het zelfs verboden."

Dan de natievlag:  die kan je voeren tussen zonsopgang en 21h00. OK, dat is duidelijk, maar MOET je ze voeren, of MAG je ze voeren?  Beetje grijze zone...
De hijs van de natievlag moet minstens 6% van de scheepslengte zijn (=LOA), dus die van mij moet 31cm zijn.  Dju, ik heb dus een te kleine vlag gekocht.
Ze moet gevoerd worden op een essenhouten vlaggestok met houten schijfje bovenaan. Alweer tegenslag: mijn mooi geverniste bezemsteel voldoet dus niet :D
De vlaggestok moet midscheeps geplaatst zijn, als dat niet kan, dan meer naar stuurboord.  Ook hier zondigde ik dus: ik bond mijn bezemsteeltje netjes aan de... bakboordzijde :D
Bon, dat moet ik dan volgende keer maar aanpassen.

Dan de beleefdheidsvlag: die dient gevoerd te worden, samen met de natievlag, nooit alleen.  OK, maar MOET ze dan gevoerd worden als je in vreemde wateren vaart, of niet? Ik heb nog geen nederlands vlagje in mijn bezit...
De beleefdheidsvlag moet gevoerd worden aan een vlaggelijn, vertrekkende van de stuurboordzaling, heb ik dus even geluk dat ik het blokje voor de vlaggelijn nog niet gemonteerd had... aan de bakboordzaling :D
De beleefdheidsvlag moet een hijs hebben van 3% van de scheepslengte, dus in mijn geval 20cm, kleiner is niet toegestaan, en bestaat bijgevolg ook niet.

Als laatste de wimpels: de solo-vlag is geen officiele wimpel. Het is de wimpel nr. 1 die hiervoor dienst doet. In de Wateralmanak 1 spreken ze van een schematische weergave van de vlaggen en wimpels en hoe ze gevoerd moeten worden, maar helaas is er niets duidelijk over de solo-vlag.  Ik blijf die dus voorlopig opvallend aan de bakstag voeren, daar is ze haast ALTIJD zichtbaar. Nu nog hopen dat anderen deze wimpel kennen en de betekenis begrijpen...


zondag 21 augustus 2011

Ankeren, sleutelen, trimmen

Vrijdag-avond trok ik naar de boot, gewapend met een gereedschapskoffer, nieuw landvast, en wat centen.
Fabian van Watersportwinkel Steenbergen ging wat materiaal langsbrengen en dat deed ie ook. Toffe service!
Ik had het plan om een lang landvast van pakweg 10 meter te voorzien van een lus in het midden, die lus over de centrale kikker op de voorplecht te doen en zo twee stukken landvast te hebben van 5 meter die ik dan naar achteren breng, aan elke zijde eentje.  Geen gedoe meer aan een sluis of zo waar plots blijkt dat mn landvast aan de verkeerde kant ligt.
Aan de Krammersluis probeerde ik dit idee wat uit en het gaat prima!  Alleen is 10 meter net te kort, 12 meter zou beter zijn (6 meter aan elke zijde)

In mijn oude boek (Zeilen op open water) stond dat je best meer doet dan alleen wat rondzeilen, en ik dacht om dat dan maar eens te doen:

  • ik heb man overboord geoefend, met een fender (als solo-zeiler wel een bedenkelijke oefening...)
  • ankeren: ook een uitdaging, zo solo. De eerste ankerplek was in een uitloper nabij de Krammer waar het volgens de kaart 22 dm diep zou zijn. Uiteindelijk heb ik drie landvasten in zeven haasten aan het originele ankertouw moeten knopen vooraleer het anker in de bodem greep.
  • een boei naderen onder zeil en nabij de boei stilliggen: ook een leuke oefening, want het is erg handig te weten hoe lang de Selia nog doorzet nadat ik beide zeilen losgooi.

Aan het anker had de vorige eigenaar een touwtje geknoopt met een leeg flesje aan dat waarschijnlijk als boei dienst deed. Bij beide anker-manoeuvers sukkelde dat dunne touwtje in de knoop met bijvoorbeeld de fokkeval, of het ankertouw zelf. (er hangen wel een paar touwen boven mn ankerluik te bengelen...keus genoeg :D) Als je solo bent, zo heb ik al gemerkt, kan je zo'n ongewenste knopen missen als de pest, dus dat touwtje met flesje ligt nu in de afvalcontainer in de haven...
Het staat als een paal boven water: haast en spoed... is nu eenmaal karakteristiek aan solo zeilen :D

Als laatste heb ik die dag wat gerommeld met de overloop. In al die jaren dat ik zeilde heb ik heel wat trim-mogelijkheden geleerd, maar een 420 of FJ is net iets anders dan de Selia, en een Laser komt al helemaal niet in de buurt. Ik probeer dus alle theorie uit om te zien welke mogelijkheden er zijn met de Selia.
Wat ik al zeker weet: er moeten nieuwe genua-rails op want de huidige zijn allebei gebroken en daardoor onbetrouwbaar.

Volgende keer oefen ik een op bijdraaien en bijliggen, lijkt me ook leuk om te proberen!


zondag 14 augustus 2011

"This boat is made for sailing, and that's what it's gonna do..."

Yep een stukje, afgeleid van het muzieknummer 'These boots are made for walking".

Zaterdag werd een beetje regen voorspeld... een beetje, en een wind tussen 8 en 10 knopen.
Natte zomer of niet, ik ga zeilen!
Bon, alles ging maar traag, tegen dat ik op weg was, was het al 9u30. Tegen 10u30 was ik dan eindelijk aan de boot.
Op de dijk had ik even de wind gemeten en die zat daar tussen de 13 a 16 knopen. Ervaring had me al wel geleerd dat OP een dijk meten wel wat teveel wind weergeeft dan er op het water zal staan.
Alles voorbereiden gaat alsmaar beter. En deze keer kon ik ook voor het eerst de Solo-vlag hijsen. Uit de box varen ging ook goed totdat... de motor uitviel, en dat natuurlijk op de meest penibele moment. Gelukkig had ik me goed voorzien door twee landvasten en kon ik de Selia in bedwang houden met de twee landvasten in de ene hand en met de andere de motor opnieuw starten.
Dankzij de afstandsbediening vaar ik vanaf nu vlot naar buiten.

Het ging voortreffelijk: de voorziene reef kon er gelijk uit.
Schippers hebben soms een ellendige timing: net als ik onder zeil zit, komt er een dikkerd uit het Schelde-Rijn kanaal waar ik voor moet wachten... liever dobberen op motor, dan met klapperende zeilen, maar bon.

Voor de rest ging het lekker halve wind naar de Krammersluizen.
Af en toe een beetje regen, en de wind, die bleef steken rond 8 knopen.

Uiteindelijk de Krammersluizen binnengevaren en aangelegd voor een tas koffie.
Na de 'break' keerde ik terug. Tijdens het motoren richting Volkerak, en nog beschut, binnen de dijk van de sluis, bekroop me het gevoel dat een reef wel eens handig kan zijn, alleen: de zeilen waren al gehesen... een huzarenstukje met tegenliggend verkeer, maar die reef moet er in: dus beetje kunst en vliegwerk.
(Deed me aan Lars denken die ook stuurt met zijn voet tijdens werkzaamheden aan de mast ;-)  )
net op tijd zat de reef er in, en werd ik gelijk overvallen door een flinke wind, en een vette bui die er aan kwam.
De weg terug was zeker ruiger, en aardig wat regen.  Belgische zomer op Nederlandse bodem :D

Na een uurtje was ik alweer op de Vlije. Met die afstandsbediening even vlot voorbij het brugje (dat is haast kicken! Zo'n gemak zeg!) en dan gezwind de box indraaien. Dit keer ging het allemaal redelijk vlot.

Alweer een geslaagde zeildag, ondanks het weer...

Filmpje staat op Youtube.


donderdag 11 augustus 2011

De Nederlandse Leisure Club

Via de Nederlandse Leisure Club kon ik wat mailtjes versturen naar andere L17-eigenaren.
Verrassend dat ik zoveel en zo snel reactie kreeg.

Meest opvallende reactie is die van Lars: een jongen van 15 die solo zeilt met zijn L17.
Op de site van de Club staat een mooi verslag van hem.

In mijn mailtje vroeg ik of ze ook solo zeilden, en zo ja: hoe zij het doen met de vallen en de kraanlijn.
Prompt kreeg ik reacties binnen.  De meesten zeilen niet solo maar zorgen steeds voor passagiers.
Zij die wel solo zeilen laten de vallen aan de mast en gaan op het plankje in de kuip staan.
Lars ligt daarbij zo goed als op zijn buik en stuurt nog met zijn voet, op het risico af dat een charmante dame dat zou zien ;-)
Anderen hebben geinvesteerd in een stuurautomaat, of knutselden, zoals ik, een 'automatische piloot' in elkaar met touw en elastiek.

Globaal gezien mailden ze allemaal hetzelfde: de L17 kan je gerust in je eentje zeilen, maar soms vraagt het wat inventiviteit.
Wat betreft de lifeline is iedereen zich er van bewust dat dat nodig is, maat weinigen hebben er één of dragen er één. Door mijn mailtje staat dat nu misschien bij iedereen op de winterplanning ;-)

Lid zijn van zo'n club heeft duidelijk voordelen.
Alleen jammer voor mezelf dat ze allemaal zo ver van mij wonen. De kans om ze eens tegen te komen is bijgevolg redelijk klein.
Gelukkig zijn er een paar leden die geregeld filmpjes plaatsen op Youtube zoals Martijn van Lotje.

In elk geval gaf mijn kleine e-mail actie duidelijk het gevoel dat zo'n Leisure 17 een populaire en bekende boot is!

Wat zeker ook een leuk neveneffect is, van mijn blog, is dat ik gevolgd wordt door een zeer ervaren koppel uit Friesland (dacht ik toch) met hun Sylke.
Van hen heb ik al heel wat tips gekregen.

maandag 8 augustus 2011

Hoe het allemaal begon...

Mijn zeilavonturen begonnen in 1980 bij de Zeescouts. In 1984 mocht ik dan voor de eerste keer, naast de wekelijkse vaartochtjes bij de zeescouts, naar een BLOSO-zeilkamp in Nieuwpoort. In totaal heb ik daar een 4-tal kampen gedaan. Nu was ik echt verkocht aan het zeilen!
Het allereerste bootje was eigenlijk een bouwdoos van een Waarschipje, een jol van 3,65m lengte.
Die had ik gekregen voor mijn 16e verjaardag, als bouwdoos. In de garage lag een doos met watervaste multiplex, een paar bussen West Systeem, een deelbare mast, en een zeilzak. Die heb ik dan met mijn vader helemaal mee gebouwd. Van die bouw heb ik heel veel geleerd over epoxy.
Hij werd Ingrid gedoopt, de naam van mijn moeder.

Jaren plezier van gehad. Maar ik werd daar wat te groot voor, dus stapten we over op een 420. Een miskoop, die 420 was helemaal niet in orde. Op een dag brak plots het roer af, de 420 sloeg om en gelukkig was er een reddingsboot in de buurt, anders had ik hier misschien niet meer gezeten. Ik heb daar alvast uit geleerd om nooit helemaal alleen te gaan zeilen om 8u 's morgens...
Die 420 sleepten we toen naar huis, hebben hem helemaal uit elkaar gehaald en opnieuw gebouwd.
Deze werd 'No Name' gedoopt, door mijn vader. Bij de doop zelf was ik er niet, ik lag in het ziekenhuis met een spierscheur...

Deze 420 werd later nog een keer naar de garage gesleept voor verbeteringen. ik maakte er toen gebruik van om hem te herdopen naar 'Equinoxe'. In die tijd was ik fervente fan van Jean-Michel-Jarre en het nummer Equinoxe 4 was mn favoriet. Bovendien was de 420 klaar op een equinox, maart 1987 (equinox= lentepunt = dag en nacht ongeveer even lang).

Helaas komen aan alle mooie liedjes een eind. Ik moest uiteindelijk thuis opkrassen en de boot moest mee, of hij werd verkocht. Mijn klein appartementje had geen geschikte garage dus werd ie daadwerkelijk verkocht. Ik schakelde over op windsurfen. Dat heeft me toch een 20 jaar plezier bezorgd.

Maar tussendoor kriebelde de 'zeilboot-microbe' toch! Even hadden we een FJ in ons bezit, 'schattebol' gedoopt. De kinderen hadden toen helaas helemaal geen interesse, dus ging die weer van de hand, en bleef ik voort windsurfen.

In 2010 stapte ik dus definitief over op het zeilen, met een Laser, en om de knoop door te hakken wat de bootnaam betreft: het werd 'Oxygene'. Een ander nummer van Jean-Michel Jarre dat me erg gepast leek.
Oxygene = zuurstof, lucht = vrijheid, energie, zuiverheid

Bij een reddingsactie op de zeilclub in april 2011 raakte ik aan de praat met een eigenaar van een zeiljachtje. Die vertelde me dat de prijzen van de tweedehands zeiljachtjes momenteel erg laag zijn.  Ik zag meteen mijn jeugddroom binnen bereik komen en nog geen twee maanden later werd ik dus de nieuwe eigenaar van de Selia...


zondag 7 augustus 2011

Katja en Billy bezoeken de Selia

De nieuwsgierigheid werd te groot: Katja en Billy kwamen eens mee naar de Selia.
Veel gevaren werd er niet, maar het was net die dag de moment om de Selia op zijn nieuwe ligplaats te leggen dus hun bezoekje was goed gepland.
We vaarden even uit op motor, zetten even de zeilen bij (bij een povere 6 knopen wind) en draaiden dan weer terug omdat onze magen begonnen te grommen.
Opnieuw voorbij het brugje, maar dat ging deze keer rimpelloos.
Nog even de oude ligplaats indraaien om mijn nieuwe lansvasten te recupereren en dan doorvaren tot aan de nieuwe ligplaats, die uit besparingsmaatregelen kleiner is maar daardoor ook beter past voor de Selia.
Indraaien ging niet erg super, de preekstoel botste tegen de paal aan, maar omdat die preekstoel al scheef stond (één van de vorige eigenaren heeft eens flink gebotst met deze L17) zag ik niet meteen schade.
Eens in zijn nieuwe plek spande ik opnieuw een touw tussen de palen en de steiger, en paste de landvasten aan.

Fabian van Watersportwinkel Steenbergen bracht me gelijk ook mijn bestelling: de solo-vlag, en een reddingsvest voor eventuele passagiers. (Watersportwinkel Steenbergen)

Ik regelde de nieuwe ligplaats met de havenmeester en kocht me ook een oude afstandsbediening voor het brugje: vanaf nu geen geklooi meer aan die bedieningsknoppen, dat scheelt een pak geknoei op het water ;-)

donderdag 4 augustus 2011

Reddingsvesten en een lifeline

Toen Ellen in de Krammersluis overboord donderde was het meer dan duidelijk: een ongeluk zit in een klein hoekje en je wil niet in dat hoekje sukkelen zonder reddingsvest.
Op internet staat het vol van verhalen over toestanden en ongevallen die gebeurden zonder reddingsvest.
Ik heb me dus een reddingsvest gekocht, en ook voor Ellen (of eender welke andere passagier) komt er een reddingsvest. Normaliter heb ik een vest nodig van 150N, maar die zijn zo dik, dat ze in de categorie 'Michelin manneke' vallen. Het werd dus een 100N vest.

Omdat ik vaak alleen zal zeilen is een lifeline een al even belangrijke aanschaf, maar daar zie ik toch enkele problemen: een lijn van 1 meter lengte zou voorkomen dat ik overboord kan vallen, maar beperkt me zowaar gigantisch qua bewegingsruimte.  Een solo-zeiler moet immers overal ter gelijkertijd zijn, vooral op de momenten dat overboord vallen rampzalig kan zijn (naderen van bruggen en sluizen, aanleggen,...)

De lifeline voorzien van een langere lijn om zo meer bewegingsruimte te hebben maakt dat je WEL overboord kan vallen, en al is de Leisure eerder traag (hoop en al 5 knopen haalt hij), aan boord kruipen na zo'n val is haast onmogelijk naar het schijnt.

Hoe combineer je bovendien een lifeline met een reddingsvest?  Juist, door een opblaasbare vest te kopen die meteen als harnas dienst kan doen, maar ik vind die duur, en zie er erg tegenop om elke drie jaar dat gaspatroon te gaan vervangen.  Uit besparingsoverwegingen heb ik me dus een gewone reddingsvest gekocht.

Een dilemma dus: lifeline kopen? Dan toch een opblaasbare reddingsvest?

Zo zijn er nog enkele zaken die ik moet regelen: vuurpijlen, een touw van 30 meter, een verbanddoos (waterdicht)...  reden genoeg om nog wat te gaan shoppen.  En omdat onze Billy ook mee mag (een Cavalier King Charles), zal ik ook voor hem een zwemvest moeten aanschaffen.

maandag 1 augustus 2011

Nog een paar dagen naar de grevelingen

Van elke dag dat we konden gaan zeilen gingen we profiteren, dus trokken we er nog maar eens op uit.
Mn dochter had er nog steeds zin in, dus op maandagavond reden we weer naar de 'Selia'.

We plaatsten gelijk de nieuwe gordijntjes, en een erg handige opbergzak naast de ingang van de kajuit.







Dinsdag-ochtend zag er ronduit herfstachtig uit. Miezerige regen maar wel voldoende wind.  De dag voelde helemaal niet prettig aan en dat zou later blijken ook, het werd een rotdag: Ellen viel overboord bij het schutten in de Krammersluis.  Verder speelden we een deksel van de grootste kookpot kwijt, viel de stopper voor de leuvers van het grootzeil overboord en kreeg ikzelf de giek tegen mn hoofd.

Wat later wou de motor niet starten toen we de sluis van Bruinisse wilden binnenvaren, hierdoor staken zo'n slordige 30 boten ons voorbij.  Uiteindelijk startte de motor toch en wrongen we ons nog tussen de anderen de sluis binnen. Na de sluis van Bruinisse besloten we dan maar om daar de WSV-haven binnen te varen.

Woensdag was dan weer een windstille dag.  We gingen even een ankermanoeuvre doen om te zien hoe het anker het doet, en de ankerbol eens hangen, maar daarna besloten we de Marina van Bruinisse binnen te lopen en daar op zoek te gaan naar een boek voor Ellen.

Donderdag zeilden we naar Brouwershaven.  Zeker goede wind maar die stond pal op kop, dus het duurde behoorlijk lang voor we er geraakten.  Eens de haven binnen zagen we een nevenbeeld van onze Selia voorbij varen. Wat later meerden ze af achter ons. Het waren twee duitsers, maar veel van zeg waren ze niet.


Vrijdag zeilden we dan naar Herkingen, voor de laatste nacht. Wind half en ruim, de Selia op zijn best. Ter hoogte van de Grevelingendam kwamen we de, intussen bekende, bruinvis weer tegen en deze keer konden we hem wel filmen: ons filmpje op Youtube
We meerden af op ons favoriet plekje.  Het weer was al een heel stuk beter, maar zomeren deed het toch niet. De weerberichten wisselden voortdurend. Nu gaven ze beter weer vanaf zaterdag, en Ellen, die het reuze naar haar zin heeft wou er nog een dagje aan breien. We zouden dan maar een dagje Sint-Annaland aan de zeilweek toevoegen.

Zaterdag vertrokken we erg vroeg. Met een nog half slapende Ellen zeilden we naar Bruinisse. In de sluis geraakten we aan de praat met een koppel en die wisten te vertellen dat er in Sint-Annaland niks te beleven valt.  Als optie gaven ze Stavenisse of Zierikzee.  Intussen was de tij al aan het keren, dus eens de sluis uit legden we gauw aan en overlegden even.  Het werd geen van beiden. We zouden doorzeilen tot in Ooltgensplaat en daar overnachten.  Dus zeilden we naar de Krammersluis, de sluis waar Ellen het niet meer zo voor heeft.  Aan de Oosterschelde-zijde zette ik Ellen af aan de steiger, voer dan solo de sluis in, en aan de andere zijde pikte ik ze weer op.  In de sluis probeerde ik een nieuwe manier uit met het voorste landvast en dat werkte heel erg goed.

Eens de Krammer op zeilden we min of meer halve wind naar Ooltgensplaat.  Het was heel erg druk op de Volkerak!  Het duurde ook wel lang voor we onze bestemming bereikten. Eens je het kanaaltje indraait voor Ooltgensplaat lijkt het wel of je niemandsland binnen vaart.  Het haventje zelf kon ons toch niet bekoren en na wat inkopen wilden we dan ook weer uitvaren, en dachten we aan Dinteloord.  De wind was intussen flink toegenomen. Vlagen tot 18 knopen schatten we.  Op fok alleen en wind ruim zeilden we over. Net voor Dinteloord kreeg ik een wrang gevoel.  Een tijd geleden kreeg ik het advies om vaker mn gevoel te volgen en dat deed ik dan ook: we zeilen terug naar de thuishaven.
Ietswat halve wind ging het aan een behoorlijk tempo richting De Heen. Vlak voor de monding van de Vlije wilden we de rolfok oprollen en lap: het touw zat helemaal verward rond de voorstag!  Chuck!
Met Ellen aan de helmstok (dat doet ze intussen alsof ze al erg lang zeilt) kroop ik naar voor, knoopte het touw los en rolde de fok met de hand op.
Zo konden we alsnog binnenvaren.
Eens aangelegd bekeek ik die rolfok beter en ontdekte dat het systeem beetje bij beetje de spanner losschroefde!  De voorstag stond alweer een flink stuk los en deze keer had de spanner niet veel meer nodig of de hele boel kwam los en donderde naar beneden.  Mn gevoel had dus niet gelogen: met dit probleem was ik erg blij om thuis te zijn en niet in de drukke sluis van Dinteloord.
We besloten om nog één nachtje in De Vlije te blijven en dan naar in te pakken en naar huis te rijden.

De zomervakantie zit er weer op... maar dit jaar heb ik dan toch een aardig stukje kunnen zeilen, en dan nog met mijn dochter!

Filmverslag op Youtube.